Libeco


Vlasterroir

Het beste vlas groeit tussen het Franse Caen en Amsterdam. Deze regio, met haar rijke grond en zachte Noordzeeklimaat, biedt de perfecte afwisseling van zon en regen zodat het vlas op een natuurlijk tempo kan groeien en de vezels gestaag aan kracht kunnen winnen.

Zo werd er in 2020 in deze regio zo'n 150 000 hectare vlas gezaaid, goed voor 80% van de wereldwijde vlasproductie.

Vlas van groei naar duurzaam linnen:

Groei & bloei


1.Het zaaien, het groeien.



Maart - Start van het vlasseizoen

Wanneer de lente haar intrede doet, maken de vlassers zich klaar om de velden op te gaan. Met grote aandacht volgen ze de overgang van de seizoenen. Men wacht met zaaien tot de ergste vorst het land uit is en het weer zijn stabiliteit terugvindt. Slechts 100 dagen na het zaaien bereikt het vlas een hoogte van ongeveer een meter.



.



Juni - Bloei

Het bloeiende vlas lokt telkens veel nieuwsgierigen naar de velden. Elke bloem bloeit slechts één dag. Eind juni kleuren de velden gedurende enkele dagen blauw, waarna de bloemetjes opnieuw verdwijnen.







Juli- Slijten

Het slijten is uniek aan vlas. De op maat gemaakte machines trekken de plant uit de grond in plaats van ze te maaien. Zo bewaart men de maximale lengte van de vezel. Het vlas wordt in evenwijdige rijen terug op de akker gelegd. In juli is het nog frisgroen, maar daar zal snel verandering in komen…



Augustus- Roten

Moeder Natuur heeft een cruciale rol tijdens het rootproces. Zon, dauw en regen wisselen elkaar af. Micro-organismen ontbinden de aanwezige pectines, waardoor de vezels loskomen van de houterige stengel. De aarde draagt bij aan de typische grijsbruine kleur van het gewas.

Het roten kan tot 6 weken in beslag nemen. Enkel ervaren vlassers weten wanneer het vlas voldoende geroot is. Het is een grote verantwoordelijkheid. Als de plant te kort geroot is, kan men de vezel moeilijk oogsten. Duurt dit proces te lang, dan gaan de vezels rotten en boeten ze in aan sterkte.



September - Oogst

Na het rootproces wordt het vlas opgenomen en in grote balen gerold. Elke baal weegt zo'n 300 kilogram. Nog even sieren deze kolossen de velden, voor het vlas wordt meegenomen voor de volgende fase: het bewerken van de vezel.


2.Bewerken van de vezel

Zwingelen

Het is tijd om de vezel te bevrijden!

De zwingelmachine breekt de houterige stengel van de plant in stukjes of lemen en verwijdert ze van de vezel. Het vlas ondergaat een ware transformatie. De lange vezels worden onmiddellijk gecontroleerd op hun kwaliteit.

De houten lemen zijn uiterst nuttige bijproducten. Ze worden verwerkt tot leemplaten of stalstrooisel. De kortere vezels of zwingelklodden worden gebruikt voor het spinnen van grovere garens of als grondstof voor de papierindustrie.


Hekelen

Duizenden fijne pinnetjes kammen het vlas tot enkel de pure vezel overblijft. Na het hekelen worden de korte hekelklodden gescheiden van het lange lint. De klodden worden gebruikt voor grovere garens, het lint wordt gebruikt voor fijne garens.

3.Spinnen van het garen

Spinmolens

De spinner combineert vlas van verschillende regio's voor een consistente kwaliteit en kleur. Daarna wordt het vlaslint in de spinmachine geleid waar het tussen twee paar cilinders wordt gekneld. De twee onderliggende cilinders draaien aan een hogere snelheid en rekken het lint uit tot een garen van een bepaald gewicht of metrisch nummer.


.


Bobijnen

Het gesponnen garen wordt op kleine spoelen geplaatst. Een ring gaat op en neer rond de spoel om de gewenste torsie of draaiing te geven en het garen evenredig te verdelen. Het is de torsie die de aparte vezels samenbrengt tot een garen. In de laatste fase wordt het garen van de kleinere spinspoelen gecombineerd op een grotere bobijn.


4. Weven

De aankoopafdeling van Libeco werkt samen met verschillende spinnerijen om steeds het meest kwalitatieve garen te selecteren. Zij streven waar mogelijk naar een 100% Europees product. Daarom wordt meer dan 90% van hun garens aangekocht bij Europese spinnerijen. Alle garens worden voor gebruik getest op vochtgehalte, treksterkte, gelijkmatigheid en kleur.


Voorbereiding

Een goede voorbereiding is cruciaal voor een efficiënte werking van de weverij. Tijdens de eerste stap, het scheren van de kettingboom, wordt een weefboom gevuld met kettinggaren, tot wel 10 km. Een heel precies werk met weinig marge voor fouten. In stap 2, het doorhalen, voegt men lamellen, hevels en een riet toe aan de weefboom. Drie onmisbare instrumenten tijdens het weven.

Weverij

In de weverij bepaalt de cadans van de getouwen het ritme van de dag. Monteurs, aanknopers en wevers volgen elkaar op, terwijl de meestergasten alles in goede banen leiden. Bevoorraders voeren het inslaggaren aan, dat hier tussen het kettinggaren wordt geweven. Een centraal monitoringsysteem volgt de activiteit van de getouwen en wevers nauwgezet op. Zowel de luchtvochtigheid als de kwaliteit worden hier constant gecontroleerd.

Kwaliteitscontrole

Waar het in de weverij bruist van energie, voelt u in de stopperij duidelijk de concentratie. Iedere meter weefsel wordt er gecontroleerd en bijgewerkt waar nodig. De stopnaalden volgen de binding van het weefsel met de grootste nauwkeurigheid. Precisie, een goed oog en veel geduld zijn hier onmisbare kwaliteiten.



Scheren van het loomstate doek

In de scheerderij verwijderen grote rolmessen resterende pluisjes en onzuiverheden van de oppervlakte van de stof. Een noodzakelijke stap om een goede veredeling te garanderen. Net zoals de afvalzelfkant in de weverij, wordt het scheerstof verzameld en gerecycleerd tot o.a. papier of isolatiemateriaal.



Veredelen

Na het veredelingsproces komt een weefsel pas volledig tot haar recht. Eén doek ondergaat meerdere behandelingen waarvan de meest courante wassen, bleken en verven zijn.

Afhankelijk van de hoeveelheid zon en de invloed van de aarde tijdens het rootproces, is de grijsbruine kleur van een ongeverfd doek telkens anders. Vakkennis is bij het veredelen dus cruciaal om consistente resultaten te bekomen. Libeco werkt samen met verschillende veredelaars die elk hun eigen specialisatie hebben.


Finale afwerking

Het linnen komt terug naar Libeco en ondergaat opnieuw een kwaliteitscontrole. Men beoordeelt de consistentie van de verving en de touché, het aanvoelen van de stof.

Na een grondige controle is het linnen klaar voor expeditie naar klanten. Het linnen bestemd voor de Libeco Home collectie gaat naar de confectie-afdeling voor verdere afwerking.